Nu ik het in handen heb, durf ik het niet zo goed te lezen. Een artikel en m'n kop in het Hofblad uitgegeven ter ere van het 70 jarig bestaan van Warmonderhof. Zaterdag was de reünie. Overdag stond ik nog op de Oogstmarkt in Rotterdam.
Ik nam de trein naar Dronten. Net aangekomen op Warmonderhof, stond ik voor de kas. Een oud klasgenootje kwam op me af. Toen we elkaar begroetten, schoten mijn ogen vol. Na het gebruikelijke gesprekje over wat je nu doet en hoeveel kinderen je hebt, gingen we de kas binnen. De vertrouwdheid van die plek kwam me direct tegemoet. De geur, de geluiden van ramen die open en dicht gaan, de planten aan weerszijden van het betonpad, het aanrechtje waar koffie gezet wordt.
En kaskat Bart lag onverstoorbaar te slapen in een kubskist. Ik was blij verrast dat hij nog leeft. Maar wat wil je ook met zo'n riant kattenleven.
Met mijn oude klasgenootje liep ik vervolgens over het land van de tuinbouw en sprak ik uit hoe bijzonder en belangrijk de tijd op Warmonderhof geweest is. Vormend ook vonden we allebei. En sociaal niet altijd gemakkelijk, het wel of niet alleen zijn, temidden van het samen zijn. Toen hebben we daar nooit met elkaar over gesproken.
Later liep ik in m'n eentje nog even terug. Ik moest stil staan, daar op die grond tussen de gewassen, waar ik zo veel stappen gezet heb en wat aan de basis ligt voor alles wat ik nu professioneel doe.
Het raakt me misschien wel meer dan toen ik er dagelijks werkte. Een teeltseizoen is nooit hetzelfde, maar de cyclus van zaaien, planten en oogsten is onveranderlijk. Mijn lievelingsgroente piepte als 'tuinboontop' tussen de Chinese kool uit. Ik weet nog dat ik me in het teeltplan gebogen heb over de nateelt van de snelst groeiende kool. En een tuinboonpeul die in de zomer is achtergebleven op het land, kiemt gewoon weer.
's Avonds na het eten, dansten we in de kapschuur onder de groene bossen amarant.
Ik keek om me heen en voelde een bizarre verbondenheid met al die mensen die me voor gingen, de twee handen vol mensen die me toen vergezelden en de jonge mensen, herkenbaar aan rode Warmonderhof shirts, die nog maar pas begonnen zijn.
De eindredacteur (afgestudeerd in 1985) die mij zo fantastisch begeleidde, schrijft in haar reportage over Warmonderhof: 'opleiding tot agrarisch ondernemer op biologisch-dynamische grondslag. Is het een school, een gemengd bedrijf of een internaat? Een dorp of een eiland? Een grote familie of een initiatierite? Misschien wel alles tegelijk, Warmonderhof laat zich niet makkelijk in woorden vangen.'
En ik kreeg de vraag om een stuk over preparaten te schrijven. Het idee om mij er voor te vragen, kwam van een docent, die nog weleens aan mijn eindwerkstuk moet denken. Voor zo ver ik ooit in de 'materie' gezeten heb, was ik er na 8 jaar helemaal uit. Het was zoeken, vinden en een eer om woorden te geven aan iets dat in de vorming nog tastbaar is, maar in de werking z'n tastbaarheid verliest.
Mijn moeder heeft het artikel al wel gelezen, terwijl ik naast haar op de bank zat.
En de 'oermoeder' van Warmonderhof zei, toen ze het gelezen had: 'prachtig, geweldig en bijna ontroerend.' Helemaal als je haar kent, weet je dat dit een enorm compliment is. Mijn dank is groot aan degenen die dit mogelijk maakten.
Wauw Mijke. Heerlijk mens.
BeantwoordenVerwijderenWat een avontuur was het en het gaat maar door!