‘Terwijl je de ene plukt, moet je al kijken waar de volgende hangt’. Daar dacht ik aan toen ik op de tweede zomerdag van dit jaar de eerste kapucijners plukte voor restaurant Greens. Dit kreeg ik mee van mijn stageboer Jan Weijsenfeld, tijdens mijn stage van 6 maanden op het tuinbouwbedrijf van therpapeutische leef- en werkgemeenschap De Vijfsprong in Vorden.
Een dag voordat ik in het Westbroekpark de bescheiden kapucijnersbuit van 40 planten binnenhaalde, besprak ik met onze stagiaire het resultaat van haar stageopdracht. Ze had een aantal dagen met ons meegelopen en op haar eerste stagedag, 17 mei, kwam er een fotograaf van de Rabobank foto’s maken voor op de cover van het magazine "Dichterbij" van de regio Den Haag de voor leden van de bank. Bij publicatie lopen de temperaturen tegen de 30 graden en zijn die wollen trui en sjaal haast niet meer voor te stellen.
19 juni 2006 schreef ik in mijn stage-dagboek, dat ik als opdracht moest bijhouden: ‘er moest 300 kilo geplukt worden. Ik zag nog niet gebeuren dat we genoeg zouden plukken, maar Jan deed er erg lichtzinnig over. Door de dag heen zijn alle rijen geplukt. ’s Middags hebben we een aantal rijen nagelopen die ’s ochtends al geplukt waren. Ik baalde over het onnauwkeurig plukken van mensen, we haalden er nog emmers af. We konden weer in de eerste rij beginnen, maar dat voelde als een gebed zonder einde. Ik vond het wel welletjes. Het was inmiddels 19:15 uur. We hebben de kisten op 10 kg afgewogen en er staat nu 230 kg in de schuur. Morgen de laatste 70 kg.’
25 juni: ‘Jan kwam langs en hij leerde me kapucijners plukken. Iemand had gezegd dat als je de kapucijners kan indrukken, de erwtjes nog niet ver genoeg zijn, maar het gaat puur om de dikte zei Jan. Dat plukte een stuk makkelijker.’
1 juli: ‘ze waren laaiend enthousiast en ze wees naar de kapucijners, sugar snaps en doperwtjes die van De Vijfsprong kwamen. Ze vonden het ontzettend leuk dat ik er was. Bij oma lagen sugar snaps in de koelkast en kapucijners op de keukentafel. Zo bizar de weg die ze afgaan. Van de handen die ze plukken, sorteren, in de auto van De Vijfsprong naar de groentekraam in Den Haag en bij oma in een tas in haar rollator. Ze houdt helemaal niet van kapucijners, maar nu had de vrouw van de groentekraam haar verteld dat ze ze langer moet koken.’
Maanden eerder in het vroege voorjaar, hadden we rij na rij peultjes, doperwten en kapucijners geplant, het werk dat ik op mijn allereerste stagedag deed. Die dag, was het precies 22 jaar nadat de eerste stappen voor De Vijfsprong gezet werden.
Maanden eerder in het vroege voorjaar, hadden we rij na rij peultjes, doperwten en kapucijners geplant, het werk dat ik op mijn allereerste stagedag deed. Die dag, was het precies 22 jaar nadat de eerste stappen voor De Vijfsprong gezet werden.
5 april: ‘na de koffie ’s ochtends en de rest van de middag hebben we op het land aan de Van Lennepweg kapucijners geplant. Eén iemand legt de plantjes uit bij het al gemaakte plantgat en één iemand plant. Steeds drie plantjes per gaatje. Prima systeem! De fotograaf nam daar ook mooie plaatjes.’ Hij kwam die dag foto’s maken voor het kookboek van Odin “Vier de seizoenen”. Ik kwam paginagroot in het boek in het hoofdstuk “lente” en de foto hangt al jaren pontificaal naast de kassa van de Gimsel, de winkelketen van Odin, in Maastricht.
Op Warmonderhof is de grond te zwaar voor licht en lucht minnende vlinderbloemigen. Ik kwam ze pas weer tegen in de zomer van 2009, direct na mijn afstuderen, op Moestuin Maarschalkerweerd in Utrecht, waar ik 6 jaar als invalkracht mocht buffelen. Daar staan minder kapucijners, doperwten en peultjes als op de Vijfsprong, maar genoeg om goed zoet mee te zijn.
De kapucijners waren plukrijp toen ik daar aan mijn seizoensarbeid begon. Dus dat was direct fladderen tussen de prachtige diep paarse bloemen en lichtvoetig de met zoete erwtjes gevulde peulen plukken.
Als de chef van Greens de tuin op loopt, stopt hij alles in zijn mond wat er groeit. Hij heeft heel wat kapucijners direct van de plant gesnoept, maar gelukkig heeft het gros de keuken gehaald. Al verdwenen ook daar een aantal van de ijverig door mij gedopte kapucijners zo in zijn mond. Een garantie dat ze overheerlijk zijn. Nu hangen er nog een paar handen vol, boffen voor de gasten die ze op het bord krijgen. Zo kort mogelijk koken is zijn en mijn devies.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten