maandag 21 oktober 2019

Knolselderen


Hoe de manier van oogsten van een gewas in mijn systeem gebeiteld zit. Zoals ik het van de meester geleerd heb dan. Met knolselder is het een beetje op de tast je mes in de grond durven steken. Dwars en rondom langs de wortels snijden en een knol overhouden. Vervolgens de haarworteltjes en grond met je mes van de knol afschrapen. Vanochtend zat ik in mijn eentje in het knolwortelvak. Ik dacht er aan dat mijn allermattie vaak de knolselders sneed op Warmonderhof. Zelf was ik meer van de bladgewassen. Ze konden me het land op sturen voor kisten sla en bossen snijbiet. De kick om een krop met 1 snede kistklaar te maken. En steeds een bos snijbiet achterlatend op het pad en dan zoveel meenemen naar het kavelpad als mijn armen konden dragen. Toch heb ik genoeg knolselders geoogst om precies te weten waar ik mijn mes moet zetten. Wat een euforie maakt dat oogsten los. Tegenwoordig ben ik zelf óók wat meer van de wortelgewassen. Lekker grof en ik ga makkelijker met mijn handen de grond in. Deze knolselders stellen weinig voor qua grootte. Meer wordt het niet. Ze zijn in februari gezaaid en niet lang na Ijsheiligen geplant. Voor de eerste nachtvorst moeten ze allemaal van de tuin zijn. Het is een trage groeier en de groei bleef uit. Ik kan zeggen dat de teelt mislukt is. Maar Gert zegt: ‘klein maar fijn en mooi gezond blad.’ Fris groen inderdaad. Het loof van zijn klei-knollen is donkerder. Mijn groen gaat ook nog eens niet verloren, want van alle afsnijdsels wordt bouillon getrokken. En de chef van Greens heeft de eerste partij mini-knolletjes gekonfijt in boter. Hij zoekt enkel nog naar een manier om de schil knapperig te krijgen. Stel je voor dat je daar je tanden in zet. En dan dat zachte romige binnenste. #farmtotable

Geen opmerkingen:

Een reactie posten