dinsdag 7 april 2015

Markt is zeg maar echt mijn ding


(Hart)verwarmende Oogstmarkt 
Gehuld in hemd, drie shirts met lange mouwen, trui, Noorse trui en dat alles van (merino) wol, sta ik op de markt, maar de waterkou sijpelt door al die lagen heen. Begin vorige maand was het nog winter en klaagden andere kooplui over koude wind, maar stond ik beschut en behaaglijk dankzij het blauwe zeil dat van Herk altijd achter mijn kraam spant. Hij vertelt me dat de bodemtemperatuur 5 graden lager is dan vorig jaar. Het is officieel lente, maar #aprildoetwatiewil neemt ons zelfs met regen op de hakSerieus verwarrend als ik in Den Haag op mijn vouwfiets stap. Eigenlijk ga ik er dan nog vanuit dat in Rotterdam de zon gewoon schijnt, want Rotterdamse Oogst stond vooralsnog garant voor mooi weer. Maar Den haag telt deze dag meer zonuren, dan het Noordplein.
Een vaste klant zegt dat ze dit het vieste weer vindt, ik begin over haar donsjack en ze doet al bijna haar jas uit om me die te lenen. Vervolgens biedt ze aan om thuis om de hoek een nog warmere jas te gaan halen en dikke sokken en beenwarmers en thee. Ze komt terug met soep als bonus. Mijn stand-in neemt de kraam over, ik kleed me verder aan, lepel noedelsoep naar binnen en voel hoe de warmte langzaam bezit van me neemt. 
En dan werpen de marktmeester als paparazzi en zelfs de zon een blik op ons. Ik sta er bij als een michelinmannetje in schutkleur. 
Bij een markt vlak voor Pasen, denk ik aan manden die gevuld worden voor PaasontbEItjes. 
Zodra mijn kraam is ingericht, snel ik naar Jordy's Bakery voor een stol, omdat ik van kerst nog weet hoe goddelijk die is. In mijn nopjes met mijn haas-gadget loop ik terug naar mijn kraam.
Mijn buurvrouw - half Noorse half Canadese - blijft haar klanten zalig Pasen wensen, maar ik krijg niet het idee dat het feest leeft onder de Rotterdammers. Toegegeven, groente associeer ik ook niet in het bijzonder met überhaupt een ontbijt.
Uiteindelijk blijkt het lammetje, dat ruilmiddel is voor koffie, mijn persoonlijk Paasbest-moment.
Aanspraak heb ik wel, uitspraken gaan over en weer en tussendoor nip ik pittige gemberthee. 
Ik krijg twee keer de vraag naar sperziebonen en het verzoek of de kraam volgende maand wel vol voorjaarsgroentes ligt. "Ik kom om in de groene Lenteblaadjes." "En bloemkolen?" Ik wijs naar de witte bommen voor me. "Ja maar bloemkolen vind ik nu zo hard". De vraag van mijn stand-in hoe het kan dat er nu al bloemkolen zijn, beantwoord ik met meer verve: "Die zijn vorig najaar laat geplant en gaan de winter over." Misschien moet ik die klant voorstellen om ergens te gaan overwinteren? 
Als ik Spaans hoor ben ik niet te beroerd een klant daarin te woord te staan. Ik verklaar nader dat ik 15 jaar geleden in Guatemala was, maar de taal verloren ben. De Mexicaan tegenover me verzekert me dat ik toen nog een baby was, ook al schud ik mijn hoofd. De man met wie hij Spaans spreekt zegt dat ik de vorige keer Duits tegen hem sprak, hoe dat dan kan. "Mijn vorige liefje komt uit Duitsland". "Dan moet je nu maar een liefje zoeken om weer een nieuwe taal te leren. "Eigenlijk zijn jullie de perfecte combinatie, want mijn voorkeur gaat uit naar Spaans en Duits". 
Een man herpakt zich, als hij zichzelf hoort zeggen dat de krootjes misschien afgeven op de jutetas, die de man naast hem openhoudt. Ik zeg dat ik het wel een leuke opmerking vind voor een man, waarna hij vertelt over plastic tasjes en over hetero-stellen die geen plastic scheiden, terwijl zij daar juist heel druk mee zijn. Mijn stand-in vergat haar speciaal aangeschafte composteerbare zakjes en is verguld met het tasje dat een jonge man bij zich heeft voor z'n uitjes. 
De oude dames club is maar voor de helft vertegenwoordigd. Als ze anders met vier zijn is het alle zeilen bijzetten om hun bestellingen in plat Rotterdamse bij te benen. Een van de twee wil na afrekenen nog meer en dan gaan ineens 5 kilo aardappels er met de rollator vandoor.
Er zijn steevast mensen die vragen of de groente biologisch zijn. Mijn stand-in stelt voor een bord op te hangen: "Deze groente zijn niet biologisch." Een vrouw legt uit dat alle groenten biologisch zijn, want ze komen allemaal uit de grond. 
Een andere vrouw geeft de niet bio-paksoi net niet terug en klaagt dat ze het geen gezicht vindt die telefoons: "ook niet als je op een markt staat te verkopen." Ik sta in voor mijn stand-in, die druk staat te typen en werp me als verkoper naar voren. Mijn stand-in: "Maar wij twitteren en faceboook om klanten hier heen te halen." En inderdaad, meerdere mensen vertellen dat ze de paksoi en kroten op facebook gezien hebben, de foto met tekst die ik poste en die door de dames Rotterdamse Oogst gedeeld en getwitterd werd.