maandag 13 juli 2015

Rabarber portfolio - roze en zo

Toen ik op Warmonderhof zat, liep ik er zelf vaak roze gekleed bij. Nu laat ik de kleur terugkomen in mijn keuken. In plaats van vandaag, 13 juli 2015, mijn zevende zomer op Moestuin Maarschalkerweerd te beginnen, schrijf ik over rabarber. In plaats van op het land, sta ik achter de kachel. 
Begin mei stond ik nog rabarber te oogsten op De Moestuin in Utrecht. Een kleine drie weken na Sint Jan liggen de allerlaatste stelen rabarber van de Haagse Boerenmarkt nog in mijn koelkast.
De snelste, makkelijkste en succesverzekerdste manier om rabarber te verwerken is een crumble. 
Terwijl ik een zondags wasje ophang, besluit ik zo'n crumble te gaan bakken en er spontaan mee naar het "Groene Velletje" in het Westduinpark te fietsen. Hier viert Haagse Wandelgids Maup op openbare wijze zijn vijftigste verjaardag met familie, vrienden en wandelaars. 

Foto: Casper de Weerd
De jarige draagt een roze shirt. Hij vertelt niet dol te zijn op rabarber, maar prijst mijn crumble na proeven, direct andere gasten aan: 'de rabarber combineert verrassend met het knapperige van de kruimels.' 
Zo werd het rabarberseizoen, dat werd ingeluid met een cappuccino van Koffiebranderij BOON, officieel afgesloten. 
In de keuken van pop-up Restaurant Restwaarde had ik een paar kisten onverkoopbare rabarber van De Groenteboerin tot mijn beschikking. 
Naast dat de compote van dit ras "Frambozen rood", prachtig rood kleurde, ontdekte ik dat rauw rabarbersap magenta uit de pers komt. 
Foto: Renée Rooijmans
Ik had het sap nodig voor de rabarbercurd in het dessert, maar liet het uiteindelijk ook puur terugkomen, omdat ik zo lyrisch ben over de felle kleur.
Verder kookte ik siroop om limonade van te drinken. 
Ik maakte gelei & jelly, waarvan ik de tweede in de koelkast zette van het stel bij mij om de hoek, waar ik drie keer in de week voor kook.
Ik bakte taart met de pulp die overblijft van het siroop koken. 
En de nieuwe favoriet van  mijn eigenste taartenman is rabarbercheesecake.   
Rabarber, ode, olé. Tot volgend jaar.